Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zij zullen in des HEEREN [7]land niet blijven; maar Efraim zal weder tot [8]Egypte keren, [9]en zij zullen in [10]Assyrie het [11]onreine eten. 7. Namelijk Kanaan, dat Gods land en erfenis dikwijls genoemd wordt; zie Ps.68:10, en Joel 1:6, en Joel 3:2, enz. 8. Zie boven hfdst.8 vs.13. 9. Of, maar; indien men het verstaat van hulp in Egypte te zoeken tegen den Assyrier. Alsof God zeide: Zij mogen naar Egypte lopen zoveel zij willen, zij zullen evenwel naar Assyrie moeten. 10. Waarheen zij gevankelijk zullen worden weggevoerd. 11. Dat God in zijne wet verboden had te eten, en waarvan zij etende, naar de wet der ceremonien onrein werden. Vergelijk Ezech.4:12,13; Dan.1:8, en hier vs.4.